Een weekje Gobi woestijn

13 september 2018 - Ulaanbaatar, Mongolië

Dag 13, 7-9-2018 
Na een slechte nacht, het hotel is nogal gehorig, en ’s nachts om 3 uur rammelt er iemand aan de deur staan we om 6 uur op. Na een douche en het inpakken gaan we naar beneden voor het ontbijt. Maar beneden aangekomen kijkt het meisje achter de balie ons verbaasd aan, wat komen jullie doen? Nou we zouden om 7 uur kunnen ontbijten zoals ons gisteren verteld is. Ja maar het restaurant is gesloten zegt ze, gesloten zeggen wij in koor, maar hoe is dat mogelijk? Ze kijkt in wat papieren en merkt dan kennelijk dat er een fout gemaakt is en snel gaat het restaurant open en wordt er toch een soort van ontbijt geserveerd. Wij vragen ons af hoe dat met de anderen is gegaan die nog eerder dan ons vertrokken zijn, het blijft een raadsel zo’n groot hotel en dan geen ontbijt voor de gasten? Maar goed, we wisten al dat er nog een ander stel zou meereizen en dan komt de gids ons vertellen dat het nog effe duurt voordat zij beneden zijn want zij dachten dat het vertrek om 8:30 uur zou zijn ipv, zoals ons verteld was 7:30 uur. Dan blijkt er nog iemand mee te gaan, Paul uit Nijmegen die al om 6:30 uur klaar stond voor vertrek, tja het kan verkeren. 

Dan maar alvast de bagage in de bus, een of ander aftands oud museumstuk uit Rusland, waar we dus met zijn vijven in moeten plus gids en chauffeur die de zeventig al gepasseerd lijkt te zijn en zoals iedereen hier bij elke stop nog een peuk aansteekt. Daar gaan we dus met 280 km voor de boeg, eerst maar eens Ulaanbaatar uit zien te komen en dat gaat maar heel moeizaam want file na file door het veel te drukke verkeer. Het duurt al meer dan een uur voordat we de stad uit zijn en dan wordt er gestopt bij een supermarkt voor inkopen, water, chips en nootjes en zo want hierna voor een hele week geen supermarkten meer. 

Voor de eerste vijf uur hebben we nog gewoon redelijk asfalt maar het busje haalt met moeite de zeventig, daarna is het offroad door de woestijn. Hobbelen dus en we vliegen soms door de bus, de twee banken waar we op zitten staan naar elkaar toe gericht. Wij drie Hollanders achterin en het stel uit Denemarken tegenover ons met het zicht naar achteren. Natuurlijk zitten er geen gordels in want dat was in het bouwjaar van dit busje waarschijnlijk nog niet verplicht! Onderweg wordt diverse malen gestopt voor diverse bezienswaardigheden evenals voor de lunch. We krijgen een soort van Mongoolse spaghetti voorgeschoteld die meer op onze bami lijkt met schapenvlees erin maar het is gortdroog en niet weg te krijgen dus na een paar hapjes geef ik me over en vraag om genade. En ik ben niet de enige alleen Chris de Deen eet het helemaal op de held en Letty had iets vegetarisch met ei en koude aardappelen die ze wel opgegeten heeft. 

Om kwart over vier bereiken we eindelijk ons toeristen gerkamp, helemaal shaken en kapot moe vallen we uit de bus en krijgen we een gertent en meteen daarna effe de omgeving verkennen. Het valt me allemaal mee, de toiletten en douches zien er schoon uit en ook het restaurant annex bar gedeelte is picobello, we drinken alvast een biertje voordat we nog even gaan slapen voor het diner om 19:00 uur. Gelukkig is ook dit deze keer goed te eten en kunnen we er weer tegen tot morgenvroeg, dan is het om 8 uur ontbijten en daarna voor ongeveer 270 km over onverharde wegen naar het volgende kamp waar we dan bij een nomaden familie overnachten waar de voorzieningen een stuk minder zullen zijn is de verwachting….. 

Dag 14, 8-9-2018 
De nacht was koud en het bed was hard maar desondanks heb ik redelijk geslapen. Na een matig ontbijt gaat de reis verder, ’s morgens is het nog vrij koud maar later op de dag, als het landschap schraler en schraler wordt, begint het bloedheet te worden in de bus. Toen we daar zo onderweg over deze uitgestrekte vlakte reden kreeg ik het gevoel van, dit is eigenlijk gekkenwerk. Stel je krijgt hier autopech, drie weken later wordt je dood gevonden, de bus lekte al olie bij een achterwiel en hoeveel kilometer er op de teller staan wil ik eigenlijk helemaal niet weten. Zo erg had ik het me niet voor kunnen stellen maar we zijn overgeleverd aan de stuurmanskunsten van onze chauffeur en de robuustheid van ons Russische busje. De chauffeur is al aan zijn negende Gobi expeditie van dit jaar bezig dus die zal wel weten wat hij doet want de man is inmiddels 68 en heeft hier langere tijd gewoond. 

Rond half drie komen we aan bij een, wat ze hier noemen, een witte stupa, niet zoals we die uit Nepal kennen maar het blijkt wel een oude heilige plaats te zijn. Het is bijna niet te omschrijven hoe desolaat het hier is maar we staan dus bovenaan een soort ravijn waar we steil naar beneden klimmen. We komen aan bij iets wat er heel gekleurd uitziet en we kijken uit over een gigantische vallei. In heel vroeger tijden moet hier volgens de gids een zee geweest zijn. We lopen nog wat rond en klauteren dan via een ander pad weer omhoog. Vanaf hier is het nog maar vijf kilometer naar onze verblijfplaats voor de nacht. Daar aangekomen blijkt het een nomaden familie te zijn van moeder en dochter en haar man, die er niet is, en nog wat kinderen. Ze hoeden schapen, geiten en kamelen en we krijgen een kopje thee met kamelenmelk aangeboden, ik drink het op maar lekker is anders. Dan naar onze gertent en slaapplaats voor de nacht, waar de bedden afgelopen nacht nog gingen is het hier net alsof je op beton ligt. Ik vraag me af hoe dat vannacht moet want daar slaap ik niet goed op vrees ik. Volgende keer toch maar weer naar een iets beschaafder land met iets meer comfort denk ik als ik dit zo zie. Maar goed voor nu is er niets meer aan te doen en zal ik het ermee moeten doen helaas. Zittende in de gertent horen we constant het geblèr van de babykamelen die hier niet ver vanaf staan, hopelijk zijn ze vannacht stil. 

Om 7 uur worden we geroepen voor het avondeten en er zijn nog meer gasten gearriveerd, 2 mensen uit Zwitserland en 2 uit Argentinië. Dus samen met alle gasten en kinderen had moeder des huizes gekookt voor 17 mensen. Het was iets van pasta met vlees, gelukkig stond er soja saus op tafel om er nog iets van smaak aan te geven en niet alle vlees was eetbaar dus dat heb ik maar laten liggen. Na het eten is de zon al onder en in de schemer komen alle kamelen naar huis en krijgen de baby’s eindelijk te drinken en stoppen met blèren. Welterusten zou ik zeggen! Morgen hebben we 240 kilometer voor de boeg. 

Dag 15, 9-9-2018 
Ondanks het betonnen bed redelijk geslapen en na het ontbijt in de gertent van de gastvrouw op naar de volgende bestemming, het zuiden van de Gobi woestijn. Al zou je dit niet echt een woestijn noemen zoals we die in Marokko en Namibië gezien hebben, het is meer een soort steppe met kort gras en zand en stenen, veel stenen. Verder aan het eind van de rit een bezoek gemaakt aan de ijswaterval die nu in de zomer niet bevroren is en de grote witte geiten waren ook in geen velden of wegen te bekennen. De wandeling er naar toe was wel mooi en de rustige omgeving ook, toen ik als eerste aankwam was er al een Mongoolse familie aanwezig. De man sprak mij meteen in het Engels aan waar ik vandaan kwam enzo en ik moest meteen mee op de foto. Zoals wij graag Mongolen, vooral kinderen op de foto zetten vinden zij het kennelijk leuk om met buitenlanders op de foto te gaan. Morgen verder dan is het zo’n 270 kilometer richting het noorden door de woestijn, tada tot dan. 

Dag 16, 10-9-2018 
Nadat we vertrokken waren, iets na half negen, kregen we vandaag alleen maar zandwegen, maar zandwegen is nog iets te vriendelijk uitgedrukt, het leek vandaag meer de Dakar rally. Met hier en daar een zandstorm, gure harde wind en soms zandduinen, de chauffeur had er zijn handen vol aan en wij begrijpen nog steeds niet goed hoe hij in deze uitgestrekte vlaktes zijn weg kan vinden. Wij zouden hier binnen het half uur verdwalen en daar zit je dan zonder mobiel bereik. Onderweg zien we een grote kudde kamelen en af en toe een andere auto of busje met toeristen. 

Vaak zijn we een van de weinigen op het toeristenkamp want het seizoen is zo goed als voorbij. We zijn zo’n zeven uur onderweg geweest maar waar we nu zitten, aan een rivier is het prachtig afgezien van de harde wind. De douches en toiletten zijn netjes, schoon en van Europese kwaliteit en het bier in het vlakbij gelegen kamp smaakt prima, ons restaurant annex bar was nog niet open vandaar dat we bij de concurrent zitten. We zijn nog even bij de ruïnes van een oud boeddhisten kamp hier vlakbij geweest wat nu gedeeltelijk gerestaureerd wordt. Vroeger vanaf 1640 woonden hier 2000 monniken maar toen Stalin het hier voor het zeggen had heeft hij alles met de grond gelijk laten maken en was er geen vrijheid van religie meer, tot 1990 toen kwam de democratie terug en zie je weer overal tempels en monniken. Het boeddhisme is hier de meest gepraktiseerde religie. 

Morgen vertrekken we rond zeven uur want de afstand is nog verder dan vandaag dus de lange zit wordt nog zwaarder en vermoeiender. 

Dag 17, 11-9-2018 
Vandaag vroeg vertrokken want het was Dakar dag 2 leek het wel en het was wederom koud buiten de bus. Dus we stoppen alleen indien nodig en we hebben zelfs een paar druppels regen gehad onderweg. Ook moesten we een paar keer stoppen en werden de banden van de auto ontsmet met een of ander goedje. Na aankomst rond 2 uur eerst maar eens lunchen en daarna een bezoek aan een museum. Dit ging voornamelijk over de verdwenen stad Kharkhorin die destijds als hoofdstad gold voor het Mongoolse rijk van Genghis Khan en zijn opvolgers, zijn zonen dus. Na nog een bezoek aan de resten van een naderhand gesticht heiligdom met tempels en een omheinde muur gingen we naar onze verblijfplaats voor de nacht. Er is deze keer gelukkig een houtkachel die meteen aangestoken wordt want ik had het inmiddels behoorlijk koud. 

Dag 18, 12-9-2018 
Na het ontbijt om kwart over negen vertrokken naar onze laatste gertent bij een nomaden familie, maar wat een lange dag zou dit worden! Na een poosje rijden zien we voor het eerst zandduinen en natuurlijk staan er kamelen en paarden te huur voor een ritje. Chris en Bettina en Paul kiezen alle drie voor een ritje op de kameel van een half uurtje voor 10000 Tugrik maar bij terugkomst kost het ritje ineens 20000 nou ja Mongoolse handelsgeest zullen we zeggen want ze betalen alle drie het vereiste bedrag. Wij hadden gepast want paard en kameel rijden hadden we al ooit eerder gedaan. De rit gaat voornamelijk over asfalt dus dat schiet op maar door allerlei oponthoud komen we pas rond half vijf aan bij het Hustai Nationaal Park. 

We krijgen eerst een kort filmpje te zien van alle ins en outs van dit park en met name het verhaal van de Prezwalski paarden. Deze waren aanvankelijk hier uitgestorven maar doordat er ooit paarden geschonken waren aan o.a. de zoo van Hamburg zijn ze hier geherintroduceerd. Met name de Nederlander Jan Bouwman heeft zich hiervoor ingezet alsook de Nederlandse regering. 

Daarna gaan we voor waar wij denken het laatste stukje naar de nomaden familie en slaapplaats voor de nacht maar nee, na een stuk rijden wordt er gestopt achter een aantal andere busjes, er blijken Prezwalski paarden gespot te zijn. En ja hoor, heel in de verte kun je er een zien met de verrekijker maar al snel doken er meer paarden op, er leven er nu zo’n 500 en het aantal stijgt jaarlijks. Na een half uur of zo wordt rechtsomkeert gemaakt en dan zien we er ineens nog meer vlakbij dus weer wordt er gestopt voor foto’s. Daarna dan eindelijk op pad naar onze slaapplaats maar door e.o.a. veeziekte  moeten we omrijden want de korte route is afgesloten. Dus weer terug naar de ingang van het park naar de asfaltweg, het is inmiddels na zevenen en het begint al te schemeren. Uiteindelijk komen we rond half negen aan na een afslag en nog kilometers zandweg en heuvels en tig afslagen. We dachten er nooit te geraken maar goed we zijn er nu een krijgen nog een lauw soepje als avondmaal. Er zijn nog twee gertenten beschikbaar voor ons vijven dus worden wij opgescheept met Paul. Nou ja de laatste loodjes van deze Gobi expeditie wegen het zwaarst zullen we maar zeggen. Paul is een roker dus daar zijn we niet zo blij mee om het maar rechtuit te zeggen eigenlijk.

Morgen gelukkig de laatste 110 kilometer terug naar Ulaanbaatar en dan de dag daarna met de trein naar Peking. 

Dag 19, 13-9-2018 
Vandaag terug naar Ulaanbaatar, het ontbijt stelt niet veel voor en ik hou het bij twee kopjes thee plus wat koekjes die ik nog over had. De chauffeur sleutelt weer aan zijn busje want hij wil niet starten vanmorgen, iets met de electra wordt ons verteld. Maar gelukkig komt er na enige tijd weer leven in het oude motortje en kunnen we op pad, na twee uur zijn we weer in Ulaanbaatar en dan nog een uurtje wurmen door het drukke verkeer en we zijn weer bij ons hotel. Het was me het weekje wel en zelfs Letty heeft nu zoiets van nee laten we dat maar niet meer doen, dat kamperen en lange dagen in een busje. 

Vandaag nog effe lekker relaxen en weer eens wat lekkers eten en nog wat shoppen voor de treinrit van morgen naar Peking, tot dan. 

Groetjes, 

Letty en Ton

We zijn er bijna
 

Foto’s

1 Reactie

  1. Anita:
    13 september 2018
    Wat een verhaal. Een goede voortzetting van de reis. Groetjes lo ek en anita.